Nauka niderlandzkiego: T?umaczenie i analiza trzech dzie? Nescio po holendersku
Шрифт:
"Dag Dora, ken je me niet meer?" ("Czesc Dora, nie poznajesz mnie?"; "Dag Dora, ken je me niet meer?" – "czesc Dora, nie poznajesz mnie?").
Hij zag een kind en 't grasveld, en 't vijvertje en 't witte huis en de hooge boomen en de accacia's en jasmijn in bloei, op zij. (Zobaczyl dziecko i trawnik, i stawko, i bialy dom, i wysokie drzewa, i kwitnace akacje i jasmin na boku; Hij zag een kind en 't grasveld – zobaczyl dziecko i trawnik, en 't vijvertje en 't witte huis – i stawko, i bialy dom, en de hooge boomen en de accacia's en jasmijn in bloei, op zij – i wysokie drzewa, i kwitnace akacje i jasmin na boku). Hij was pas getrouwd en nog niet begonnen aan z'n gedicht zonder einde. (Byl swiezo po slubie i jeszcze nie zaczal swojego nieskonczonego wiersza; Hij was pas getrouwd – byl swiezo po slubie, en nog niet begonnen aan z'n gedicht zonder einde – i jeszcze nie zaczal swojego nieskonczonego wiersza). Maar zij zag hem, haar oogen werden groot, 't bloed gutste in haar lijf naar boven. (Ale ona go zobaczyla, jej oczy zrobily sie wielkie, krew pulsowala w jej ciele w gore; Maar zij zag hem – ale ona go zobaczyla, haar oogen werden groot – jej oczy zrobily sie wielkie, 't bloed gutste in haar lijf naar boven – krew pulsowala w jej ciele w gore). Waarom vloog ze haar zwagertje niet om z'n hals en zoende 'm? (Dlaczego nie rzucila sie na szyje swojemu szwagrowi i nie pocalowala go?; Waarom vloog ze haar zwagertje niet om z'n hals – dlaczego nie rzucila sie na szyje swojemu szwagrowi, en zoende 'm? – i nie pocalowala go?). Dat had ze altijd gedaan, want hij was een lief zwagertje, die bonbons en brochjes meebracht en rumboonen, de rumboonen stilletjes. (Zawsze tak robila, bo byl kochanym szwagrem, ktory przynosil cukierki i broszki oraz czekoladki z rumem, czekoladki z rumem po cichu; Dat had ze altijd gedaan – zawsze tak robila, want hij was een lief zwagertje – bo byl kochanym szwagrem, die bonbons en brochjes meebracht – ktory przynosil cukierki i broszki, en rumboonen, de rumboonen stilletjes – oraz czekoladki z rumem, czekoladki z rumem po cichu).
"Dag Ee," zei ze en gaf 'm een hand. ("Czesc Ee," powiedziala i podala mu reke; "Dag Ee," zei ze – "czesc Ee," powiedziala, en gaf 'm een hand – i podala mu reke).
"Dora, wat zie je d'r lief uit, is m'n schoonmama thuis en m'n schoonvader?" ("Dora, jak slicznie wygladasz, czy moja tesciowa jest w domu, a moj tesc?"; "Dora, wat zie je d'r lief uit – "Dora, jak slicznie wygladasz, is m'n schoonmama thuis en m'n schoonvader?" – czy moja tesciowa jest w domu, a moj tesc?). Hij wilde in haar wang knijpen, zooals hij dat "de kinderen" altijd gedaan had, maar ze liep hard weg en viel 't huis binnen. (Chcial ja uszczypnac w policzek, jak zawsze robil to "dzieciom", ale szybko uciekla i wpadla do domu; Hij wilde in haar wang knijpen – chcial ja uszczypnac w policzek, zooals hij dat "de kinderen" altijd gedaan had – jak zawsze robil to "dzieciom", maar ze liep hard weg – ale szybko uciekla, en viel 't huis binnen – i wpadla do domu). "Daar is Ee." (Oto Ee; "Daar is Ee." – oto Ee).
De diabolo lag op 't pad en de stokjes met 't touw op 't grasveld. (Diabolo lezalo na sciezce, a patyczki ze sznurkiem na trawniku; De diabolo lag op 't pad – diabolo lezalo na sciezce, en de stokjes met 't touw op 't grasveld – a patyczki ze sznurkiem na trawniku). Hij raapte ze op en zoende z'n schoonmoeder en schudde den ouden heer de hand met geweld. (Podniosl je, pocalowal tesciowa i mocno uscisnal dlon starego pana; Hij raapte ze op – podniosl je, en zoende z'n schoonmoeder – pocalowal tesciowa, en schudde den ouden heer de hand met geweld – i mocno uscisnal dlon starego pana). "Hier zusje, daar heb je je speelgoed! Is Em nog op de kostschool?" (Tutaj siostrzyczko, masz swoja zabawke! Czy Em jest jeszcze w internacie?; "Hier zusje, daar heb je je speelgoed! – tutaj siostrzyczko, masz swoja zabawke! Is Em nog op de kostschool?" – czy Em jest jeszcze w internacie?). En schoonmama, die graag zag zoenen in eer en deugd, vroeg: "Hebben jelui mekaar al behoorlijk goeien dag gezegd?" (A tesciowa, ktora lubila widziec calowanie w honorze i cnocie, zapytala: "Czy juz powiedzieliscie sobie odpowiednio dzien dobry?"; En schoonmama, die graag zag zoenen in eer en deugd – a tesciowa, ktora lubila widziec calowanie w honorze i cnocie, vroeg: "Hebben jelui mekaar al behoorlijk goeien dag gezegd?" – zapytala: "czy juz powiedzieliscie sobie odpowiednio dzien dobry?"). Maar zij ging haastig de kamer uit met 't speelgoed en liep naar boven en stond op haar kamertje voor 't open raam. (Ale ona pospiesznie wyszla z pokoju z zabawka, pobiegla na gore i stanela w swoim pokoiku przed otwartym oknem; Maar zij ging haastig de kamer uit met 't speelgoed – ale ona pospiesznie wyszla z pokoju z zabawka, en liep naar boven en stond op haar kamertje voor 't open raam – pobiegla na gore i stanela w swoim pokoiku przed otwartym oknem). Gek, ze hijgde anders nooit, nu haalde ze diep adem. (Dziwne, nigdy wczesniej nie sapala, teraz wziela gleboki oddech; Gek, ze hijgde anders nooit – dziwne, nigdy wczesniej nie sapala, nu haalde ze diep adem – teraz wziela gleboki oddech). En ze voelde met haar handen dat haar borsten groot werden. (I poczula rekami, ze jej piersi staly sie duze; En ze voelde met haar handen – i poczula rekami, dat haar borsten groot werden – ze jej piersi staly sie duze). En 't grasveld voor 't huis en 't vijvertje met de bladen en de witte bloemen, met 't riet, dat zachtjes heen en weer ging en de gele lissen en links aan den kant van den tuin de bloeiende accacia's en de jasmijn bij het rhododendronboschje, dat uitgebloeid was en de rogge over den weg, die golvend glansde, al die dingen leken zoo nieuw en zoo mooi. (A trawnik przed domem, stawko z liscmi i bialymi kwiatami, z trzcina, ktora delikatnie kolysala sie tam i z powrotem, i zoltymi irysami, a po lewej stronie ogrodu kwitnace akacje i jasmin przy zaroslach rododendronow, ktore juz przekwitly, i zyto po drugiej stronie drogi, ktore falujac blyszczalo, wszystkie te rzeczy wydawaly sie tak nowe i tak piekne; En 't grasveld voor 't huis en 't vijvertje met de bladen en de witte bloemen – a trawnik przed domem, stawko z liscmi i bialymi kwiatami, met 't riet, dat zachtjes heen en weer ging – z trzcina, ktora delikatnie kolysala sie tam i z powrotem, en de gele lissen en links aan den kant van den tuin de bloeiende accacia's – i zoltymi irysami, a po lewej stronie ogrodu kwitnace akacje, en de jasmijn bij het rhododendronboschje, dat uitgebloeid was – i jasmin przy zaroslach rododendronow, ktore juz przekwitly, en de rogge over den weg, die golvend glansde – i zyto po drugiej stronie drogi, ktore falujac blyszczalo, al die dingen leken zoo nieuw en zoo mooi – wszystkie te rzeczy wydawaly sie tak nowe i tak piekne). De leeuwerikken zongen overal, een reiger vloog, de lucht was zoo hoog en de boomen ruischten om 't huis en 't licht–kun je 't licht pakken en aan je drukken en in je? (Skowronki spiewaly wszedzie, czapla leciala, niebo bylo takie wysokie, a drzewa szumialy wokol domu i swiatlo – czy mozesz chwycic swiatlo, przycisnac je do siebie i w sobie?; De leeuwerikken zongen overal – skowronki spiewaly wszedzie, een reiger vloog – czapla leciala, de lucht was zoo hoog – niebo bylo takie wysokie, en de boomen ruischten om 't huis – a drzewa szumialy wokol domu, en 't licht– -kun je 't licht pakken en aan je drukken en in je? – i swiatlo – czy mozesz chwycic swiatlo, przycisnac je do siebie i w sobie?). Ze deed haar handen samen om haar achterhoofd en voelde haar borsten optrekken. (Zlozyla rece za glowa i poczula, jak jej piersi sie unosza; Ze deed haar handen samen om haar achterhoofd – zlozyla rece za glowa, en voelde haar borsten optrekken – i poczula, jak jej piersi sie unosza). Toen rekte ze zich heelemaal uit. (Potem calkowicie sie wyciagnela; Toen rekte ze zich heelemaal uit – potem calkowicie sie wyciagnela). De armen wijduit omhoog, als bij 't diabolospel. (Ramiona szeroko w gore, jak przy zabawie w diabolo; De armen wijduit omhoog – ramiona szeroko w gore, als bij 't diabolospel – jak przy zabawie w diabolo). En ze voelde de lucht doordringen tot onder in haar longen. (I poczula, jak powietrze przenika do jej pluc; En ze voelde de lucht doordringen – i poczula, jak powietrze przenika, tot onder in haar longen – do jej pluc).
Kalm kwam ze de trap af en zong 't koor uit de Maccabeeen: "Dag vol licht en hemelgloed," wat ze vaak had gezongen, zonder er veel bij te denken. (Spokojnie zeszla po schodach, spiewajac chor z Makabeuszy: "Dzien pelen swiatla i blasku nieba," co czesto spiewala, nie myslac o tym zbyt wiele; Kalm kwam ze de trap af – spokojnie zeszla po schodach, en zong 't koor uit de Maccabeeen – spiewajac chor z Makabeuszy, "Dag vol licht en hemelgloed" – "dzien pelen swiatla i blasku nieba," wat ze vaak had gezongen, zonder er veel bij te denken – co czesto spiewala, nie myslac o tym zbyt wiele). Toen ging ze de kamer binnen en zei: "Dag Ee", en ging op haar teenen staan en rekte zich uit en zoende 'm op z'n mond, als vroeger, zusterlijk. (Potem weszla do pokoju i powiedziala: "Czesc Ee", stanela na palcach, wyciagnela sie i pocalowala go w usta, jak dawniej, po siostrzanemu; Toen ging ze de kamer binnen – potem weszla do pokoju, en zei: "Dag Ee" – i powiedziala "czesc Ee", en ging op haar teenen staan en rekte zich uit – stanela na palcach, wyciagnela sie, en zoende 'm op z'n mond, als vroeger, zusterlijk – i pocalowala go w usta, jak dawniej, po siostrzanemu). En hij, die een gesprek had met z'n schoonvader over lijnolie, pas van de reis terug, wat moet een dichtertje al niet doen, hij zei enkel: (A on, ktory rozmawial ze swoim tesciem o oleju lnianym, swiezo po powrocie z podrozy, co poeta nie musi robic, powiedzial tylko; En hij, die een gesprek had met z'n schoonvader over lijnolie – a on, ktory rozmawial ze swoim tesciem o oleju lnianym, pas van de reis terug – swiezo po powrocie z podrozy, wat moet een dichtertje al niet doen – co poeta nie musi robic, hij zei enkel – powiedzial tylko):
"Kind, wat wor je groot, ik hoef je waarachtig niet eens meer op te tillen." ("Dziecko, jak ty uroslas, naprawde nie musze cie juz podnosic"; "Kind, wat wor je groot – "dziecko, jak ty uroslas, ik hoef je waarachtig niet eens meer op te tillen" – naprawde nie musze cie juz podnosic).
En toen hield ze al zooveel van 'm, dat ze niet eens kwaad was omdat ie dat zei. ("Haar borsten werden immers al groot, wacht maar." (A wtedy kochala go juz tak bardzo, ze nie byla nawet zla, ze to powiedzial: "Jej piersi juz urosly, poczekaj tylko"; En toen hield ze al zooveel van 'm – a wtedy kochala go juz tak bardzo, dat ze niet eens kwaad was omdat ie dat zei – ze nie byla nawet zla, ze to powiedzial: "Haar borsten werden immers al groot, wacht maar" – "jej piersi juz urosly, poczekaj tylko").
"Dora, de melk kookt over, Maartje is naar 't dorp." En Dora vlug naar de keuken om 't stel uit te draaien. ("Doro, mleko wykipialo, Maartje poszla do wioski." I Dora szybko pobiegla do kuchni, zeby wylaczyc kuchenke; "Dora, de melk kookt over – "Doro, mleko wykipialo, Maartje is naar 't dorp" – Maartje poszla do wioski, En Dora vlug naar de keuken om 't stel uit te draaien – I Dora szybko pobiegla do kuchni, zeby wylaczyc kuchenke).
VI. Strijd met het dagelijks leven – Walka z codziennym zyciem (Strijd met het dagelijks leven – walka z codziennym zyciem, Walka z codziennym zyciem – Walka z codziennym zyciem)
Voor ik verder ga wil ik even vertellen dat ook mijn manuscripten door m'n vrouw worden overgeschreven en dat ze de poezie in dit verhaal niet begrijpt. (Zanim pojde dalej, chce powiedziec, ze moje rekopisy sa przepisywane przez moja zone i ze nie rozumie ona poezji w tej opowiesci; Voor ik verder ga – zanim pojde dalej, wil ik even vertellen – chce powiedziec, dat ook mijn manuscripten door m'n vrouw worden overgeschreven – ze moje rekopisy sa przepisywane przez moja zone, en dat ze de poezie in dit verhaal niet begrijpt – i ze nie rozumie ona poezji w tej opowiesci). Dat Coba coquetteerde vindt ze niet zoo erg, dat kwam doordat 't dichtertje haar verwaarloosde. (To, ze Coba kokietowala, nie jest dla niej tak zle, bo to wyniklo z zaniedbania jej przez poete; Dat Coba coquetteerde – to, ze Coba kokietowala, vindt ze niet zoo erg – nie jest dla niej tak zle, dat kwam doordat 't dichtertje haar verwaarloosde – bo to wyniklo z zaniedbania jej przez poete). Die dame in de tram had een klap op haar gezicht moeten hebben en 't dichtertje ook. (Ta dama w tramwaju powinna byla dostac w twarz, a poeta tez; Die dame in de tram – ta dama w tramwaju, had een klap op haar gezicht moeten hebben – powinna byla dostac w twarz, en 't dichtertje ook – a poeta tez). Gek, in andere verhalen vindt ze zulke dingen niet zoo erg. (Dziwne, w innych opowiesciach nie uwaza takich rzeczy za tak zle; Gek, in andere verhalen – dziwne, w innych opowiesciach, vindt ze zulke dingen niet zoo erg – nie uwaza takich rzeczy za tak zle). 'k Denk dat 't komt doordat ik dit geschreven heb. (Mysle, ze to dlatego, ze to ja to napisalem; 'k Denk dat 't komt – mysle, ze to dlatego, doordat ik dit geschreven heb – ze to ja to napisalem). Ze moet toch den auteur weten te onderscheiden van meneer Nescio, maar dat gaat haar te hoog. (Musi umiec odroznic autora od pana Nescio, ale to ja przerasta; Ze moet toch den auteur weten te onderscheiden – musi umiec odroznic autora, van meneer Nescio – od pana Nescio, maar dat gaat haar te hoog – ale to ja przerasta). De situatie is voor mij pijnlijk, mijn huiselijk geluk is ietwat gestoord, toch ga ik door. (Sytuacja jest dla mnie bolesna, moje domowe szczescie jest nieco zaklocone, ale kontynuuje; De situatie is voor mij pijnlijk – sytuacja jest dla mnie bolesna, mijn huiselijk geluk is ietwat gestoord – moje domowe szczescie jest nieco zaklocone, toch ga ik door – ale kontynuuje).
Daar wandelt de God van Nederland weer op 't Damrak over 't gloeiende asfalt. (Tam znowu przechadza sie Bog Holandii na Damraku po goracym asfalcie; Daar wandelt de God van Nederland – tam przechadza sie Bog Holandii, weer op 't Damrak over 't gloeiende asfalt – znowu na Damraku po goracym asfalcie). Weer heeft hij 't zelfde bruinige pak aan en denzelfden hoed op en schilfertjes op z'n kraag. (Znow ma na sobie ten sam brazowy garnitur i ten sam kapelusz, z luskami na kolnierzu; Weer heeft hij 't zelfde bruinige pak aan – znow ma na sobie ten sam brazowy garnitur, en denzelfden hoed op – i ten sam kapelusz, en schilfertjes op z'n kraag – z luskami na kolnierzu). Nu heeft hij een zakdoek om z'n boordje gelegd, voor 't zweten. (Teraz ma chusteczke wokol kolnierza, zeby sie nie pocic; Nu heeft hij een zakdoek om z'n boordje gelegd – teraz ma chusteczke wokol kolnierza, voor 't zweten – zeby sie nie pocic). Z'n wandelstok zetti een heel eind van z'n lichaam neer. (Jego laska stoi daleko od jego ciala; Z'n wandelstok zetti een heel eind van z'n lichaam neer – jego laska stoi daleko od jego ciala). Z'n grauwige bakkebaarden wandelen mee. (Jego szare bokobrody ida razem z nim; Z'n grauwige bakkebaarden – jego szare bokobrody, wandelen mee – ida razem z nim).
God van hemel en aarde, van land en zee, neem deze benauwenis van mij weg, schep 'm op uw eene hand van 't Damrak en leg 'm zoetjes neer op een belt, bij blauwe pannen zonder bodems en vertrapte blikjes en verroeste hoepels van vaten en asch en garnalendoppen, ergens waar ik nooit kom. (Boze nieba i ziemi, ladu i morza, zabierz ode mnie to przygnebienie, podnies je jedna reka z Damraku i poloz je delikatnie na haldzie, przy niebieskich garnkach bez dna i zdeptanych puszkach oraz zardzewialych obreczach beczek i popiele oraz lupinach krewetek, gdzies, gdzie nigdy nie bywam; God van hemel en aarde, van land en zee – Boze nieba i ziemi, ladu i morza, neem deze benauwenis van mij weg – zabierz ode mnie to przygnebienie, schep 'm op uw eene hand van 't Damrak – podnies je jedna reka z Damraku, en leg 'm zoetjes neer op een belt – i poloz je delikatnie na haldzie, bij blauwe pannen zonder bodems en vertrapte blikjes en verroeste hoepels van vaten en asch en garnalendoppen – przy niebieskich garnkach bez dna i zdeptanych puszkach oraz zardzewialych obreczach beczek i popiele oraz lupinach krewetek, ergens waar ik nooit kom – gdzies, gdzie nigdy nie bywam).