Нидерландский шутя. 150 анекдотов для начального чтения
Шрифт:
Rijbewijs
(Водительское удостоверение)
Een politieagent houdt een jonge automobilist aan (полицейский останавливает молодого водителя):
– Mag ik je rijbewijs even zien (могу я посмотреть ваше водительское удостоверение = ваши права; rijden – ездить, кататься /верхом/; водить; управлять /автомобилем и т. п./; even – ровный; как раз)?
– Rijbewijs? – vraagt de jongeman verbaasd (водительское удостоверение? спрашивает молодой человек удивленно; verbazen – удивлять,
Een politieagent houdt een jonge automobilist aan:
– Mag ik je rijbewijs even zien?
– Rijbewijs? – vraagt de jongeman verbaasd. – Dat kun je toch pas krijgen als je 18 bent!
In de woestijn
(В пустыне)
Een muis en een olifant wandelen in de woestijn (мышь и слон прогуливаются в пустыне).
De muis, die in de schaduw van de olifant loopt, zegt (мышь, которая идет в тени слона, говорит; lopen – бежать; идти, ходить): – Als je het te warm krijgt, loop ik wel aan de andere kant (если тебе станет: «ты получишь» слишком жарко, пойду я тогда, пожалуй, с другой стороны)!
Een muis en een olifant wandelen in de woestijn. De muis, die in de schaduw van de olifant loopt, zegt:
– Als je het te warm krijgt, loop ik wel aan de andere kant.
Vers
(Свежее)
Meneer Jansens staat bij de melkboer en vraagt (господин Янсенс стоит у/возле продавца молока и спрашивает; melk – молоко; boer – крестьянин):
– Is die melk wel vers (а то молоко /точно/ свежее)?
Waarop de melkboer antwoordt (на что продавец молока отвечает):
– Vers (свежее)? Man, drie uur geleden was het nog gras (мужик = послушай-ка, три часа назад это была еще трава)!
Meneer Jansens staat bij de melkboer en vraagt:
– Is die melk wel vers?
Waarop de melkboer antwoordt:
– Vers? Man, drie uur geleden was het nog gras!
Zonder haar
(Без волос)
Een tot zijn oren verliefde jongen zegt tegen zijn moeder (один по уши: «до своих ушей» влюбленный юноша говорит своей матери):
– Ik kan niet leven zonder haar (я не могу жить без нее)!
Zegt zijn moeder (его мать говорит):
– Je bent toch niet kaal (ты ведь не лысый; zonder haar – без нее/без волос)!
Een tot zijn oren verliefde jongen zegt tegen zijn moeder:
– Ik kan niet leven zonder haar!
Zegt zijn moeder:
– Je bent toch niet kaal!
Een probleem
(Проблема)
– En jij denkt dat jij problemen hebt (и ты полагаешь, что у тебя есть проблемы)? – zegt een man tegen zijn collega (говорит мужчина своему коллеге).
– Ik heb iemand laatst een paar duizend euro geleend (я кому-то одолжил недавно пару тысяч евро; lenen – одалживать; давать взаймы) voor plastische chirurgie (на пластическую операцию) en nu weet ik niet hoe hij er tegenwoordig uitziet (и теперь я не знаю, как он в настоящее время выглядит; eruitzien – выглядеть; tegenwoordig – присутствующий: tegenwoordig zijn bij iets – присутствовать при чем-либо; настоящий, существующий)!
– En jij denkt dat jij problemen hebt? – zegt een man tegen zijn collega.
– Ik heb iemand laatst een paar duizend euro geleend voor plastische chirurgie en nu weet ik niet hoe hij er tegenwoordig uitziet!
De kortste weg
(Кратчайший путь)
In het centrum van een zeer drukke stad (в центре очень оживленного города) vraagt een man aan een voorbijganger (спрашивает один мужчина у прохожего; voorbij – мимо; voorbijgaan – проходить мимо):
– Kunt u mij vertellen (можете вы мне рассказать) hoe ik het snelst bij het ziekenhuis kom (как я, как можно скорее: «скорейше», попаду/приду в больницу; snel – быстрый, скорый; ziek – больной: ziek worden – заболеть)?
– Ja, hoor, – zegt de man (да, /послушай/, говорит мужчина), – u doet uw ogen dicht (вы закрываете глаза: «делаете глаза плотно = сомкнутыми») en steekt deze straat over (и пересекаете эту улицу; over – над; через; oversteken – переходить: de straat oversteken – переходить на другую сторону улицы)!
In het centrum van een zeer drukke stad vraagt een man aan een voorbijganger:
– Kunt u mij vertellen hoe ik het snelst bij het ziekenhuis kom?
– Ja, hoor, – zegt de man, – u doet uw ogen dicht en steekt deze straat over!
Op een afdeling Eerstehulp
(В отделении первой помощи)
…wordt een zwaargewonde man binnen gebracht (вносят тяжелораненого мужчину: «становится тяжелораненый мужчина внутрь внесенным»; binnen – внутрь; brengen – приносить, приводить, привозить).
– Naam? informeert de verpleegster (имя? наводит справку медсестра).
– Jan Koenen, antwoordt de man (Ян Кунен, отвечает мужчина).
– Getrouwd (женат; trouwen – жениться; выходить замуж; getrouwd – женатый, замужняя)?
– Nee, een ongeluk met de motor (нет, несчастный случай с мотоциклом; ongeluk – несчастье, беда; несчастный случай; geluk – удача).
…wordt een zwaargewonde man binnen gebracht.
– Naam? informeert de verpleegster.
– Jan Koenen, antwoordt de man.
– Getrouwd?
– Nee, een ongeluk met de motor.