Нидерландский шутя. 150 анекдотов для начального чтения
Шрифт:
Wacht even!
(Подожди немножко!)
Op een bank in het park zitten Kurt en Rosa heerlijk te genieten van het lenteweer (на скамейке в парке сидят Курт и Роза и приятно наслаждаются: «чудесно наслаждаться» весенней погодой; heerlijk – великолепный, прекрасный, чудесный; lente – весна; weer – погода). Opeens vraagt zij (неожиданно/вдруг она спрашивает):
– Kurt, heb jij voor je mij kende nog veel andere meisjes gekend (Курт, у тебя было еще много девушек: «много других девушек знал/со многими девушками был знаком», перед
– Kurt, ik vroeg je iets (Курт, я спросила тебя о чемто).
– Wacht even (подожди немножко). Ik ben nog aan het tellen (я еще считаю: «еще при счете»)!– antwoordt Kurt (отвечает Курт).
Op een bank in het park zitten Kurt en Rosa heerlijk te genieten van het lenteweer. Opeens vraagt zij:
– Kurt, heb jij voor je mij kende nog veel andere meisjes gekend? Geen antwoord. Na een tijdje zegt Rosa een beetje boos:
– Kurt, ik vroeg je iets.
– Wacht even. Ik ben nog aan het tellen! – antwoordt Kurt.
In tien jaar tijd…
(За десять лет)
Een bezoeker vraagt aan de conci"erge (посетитель спрашивает у консьержа):
– Woont er een meneer Kuiken in dit gebouw (здесь живет господин Койкен /Цыпленок/ в этом здании)?
– Nee. Maar er is wel een meneer De Haan (нет, но здесь есть господин Де Хан /Петух/)!
– Ja, dat moet hem zijn (да, это, должно быть, он: «это должен быть он»). Ik heb hem al tien jaar niet meer gezien (я его уже десять лет не видал: «больше не видел»)!
Een bezoeker vraagt aan de conci"erge:
– Woont er een meneer Kuiken in dit gebouw?
– Nee. Maar er is wel een meneer De Haan!
– Ja, dat moet hem zijn. Ik heb hem al tien jaar niet meer gezien!
Een oplossing
(Решение)
Jantje (Иванушка: «Янчик»): – Je ziet er moe uit, postbode (ты выглядишь уставшим, почтальон).
Postbode: – Wat wil je (что хочешь ты = а как ты хотел)? Heel de dag hard werken… (весь день тяжело/жестко = не покладая рук работать)
Jantje: – Ga toch naar huis (иди же домой)!
Postbode: – Kijk eens wat ik nog in mijn tas heb (посмотри-ка, что у меня еще в сумке)?
Jantje: – Stuur het dan op met de post (отправь тогда это почтой)!
Jantje: – Je ziet er moe uit, postbode.
Postbode: – Wat wil je? Heel de dag hard werken…
Jantje: – Ga toch naar huis!
Postbode: – Kijk eens wat ik nog in mijn tas heb?
Jantje: – Stuur het dan op met de post!
Dure trommel
(Дорогой барабан)
Koen is volgende week jarig (у Куна на следующей неделе день рождения; jarig – годовалый; hij is vandaag jarig – у него сегодня день рождения). Zijn vader is op zoek naar een trommel voor hem (его отец – в поисках барабана для него).
– Kijk, mijnheer, – zegt de verkoopster (посмотрите, господин, говорит продавщица) – deze rode hier kost 5 /vijf/ euro, die blauwe 7 /zeven/ euro en die gele, ja, dat is een speciale (этот красный здесь стоит 5 евро, тот синий – 7 евро, а тот желтый, да, это специальный/особенный). Die kost 12 /twaalf/ euro (он стоит 12 евро).
– Hm… En wat is er dan wel zo speciaal aan (а что в нем тогда такого специального/особенного)? – vraagt de vader (спрашивает отец).
– Die is gegarandeerd binnen een week stuk, mijnheer (тот гарантированно в течение недели сломается: «сломан», господин; stuk – сломанный, разломанный; испорченный), – antwoordt de verkoopster (отвечает продавщица).
Koen is volgende week jarig. Zijn vader is op zoek naar een trommel voor hem.
– Kijk, mijnheer, – zegt de verkoopster – deze rode hier kost 5 euro, die blauwe 7 euro en die gele, ja, dat is een speciale. Die kost 12 euro.
– Hm… En wat is er dan wel zo speciaal aan? – vraagt de vader.
– Die is gegarandeerd binnen een week stuk, mijnheer, – antwoordt de verkoopster.
Toilet
(Туалет)
– Ober, waar is hier het toilet (официант, где здесь туалет)?
– U kunt er op dit ogenblik geen gebruik van maken (вы не можете им в настоящий момент пользоваться: gebruik maken – «делать использование» = gebruiken – использовать), het is verstopt (он засорен; verstoppen – затыкать; прятать; засорять; stoppen – сунуть; затыкать).
– O, dan help ik wel even zoeken (о, тогда помогу я, пожалуй, как раз искать! /игра слов/: verstoppen – спрятать; забить, засорить)!
– Ober, waar is hier het toilet?
– U kunt er op dit ogenblik geen gebruik van maken, het is verstopt.
– O, dan help ik wel even zoeken!
Met opzet
(Умышленно: «с намерением»)
Een cowboy gaat een verzekering afsluiten (один ковбой собирается застраховаться: «страхование заключить»; verzekering – страхование; страховка; verzekeren – обеспечивать; страховать, застраховывать; zeker – безопасный; надежный; afsluiten – запирать; заключать). De verzekeringsagent vraagt of hij wel eens een ongeluk heeft gehad (страховой агент спрашивает, был ли у него когда-нибудь несчастный случай).
– Nee, – antwoordt de cowboy. – Ik ben wel al een keer door een slang gebeten (я, пожалуй, уже один раз змеей был укушен = один раз меня укусила змея). En op een andere keer werd ik door een paard getrapt (а в другой раз меня лягнула лошадь; trappen – ударить ногой, брыкнуть). Ik had toen drie gebroken ribben (у меня тогда было три сломанных ребра; breken – ломать).
– Noem je dat geen ongelukken? – vraagt de agent verbaasd (и ты называешь это не несчастные случаи? спрашивает агент, удивленный).