Нидерландский шутя. 150 анекдотов для начального чтения
Шрифт:
– Je hoeft niet bang te zijn (тебе не надо бояться; bang – боязливый, пугливый, bang maken – пугать, bang zijn – бояться /voor – кого, чего/, ik ben bang – я боюсь, мне страшно). Je kent toch wel het spreekwoord (ты знаешь
– Ik ken het, – zegt het jongetje (я знаю это, говорит мальчишка), – maar ik weet niet of die hond het ook kent (но я не знаю, знает ли собака это тоже; kennen – знать).
Een jongetje schrikt van een blaffende hond. De eigenaar van de hond stelt hem gerust:
– Je hoeft niet bang te zijn. Je kent toch wel het spreekwoord: blaffende honden bijten niet.
– Ik ken het, – zegt het jongetje, – maar ik weet niet of die hond het ook kent.
Gevaren van alcohol
(Опасности алкоголя)
De leraar wilde de klas de gevolgen van alcohol laten zien (учитель хотел классу последствия алкоголя дать увидеть = показать). Hij zette twee glazen op tafel (он поставил два стакана на стол; glas – стекло; стакан; рюмка): 'e'en met gewoon water en 'e'en met vijf procent alcohol (один с простой водой и один с пятью процентами алкоголя). In beide glazen gooide hij een worm (в оба стакана бросил он червяка = по одному червяку). De worm in het glas water bleef vrolijk spartelen (червяк в стакане воды продолжал весело барахтаться/резвиться), die in het glas alcohol bleek na korte tijd dood (тот, что в стакане алкоголя, оказался после короткого времени мертвым; blijken – оказаться, обнаружиться, выясниться).
– Wat leert deze proef ons (чему учит нас этот эксперимент)? – vroeg de leraar (спросил учитель; vragen – спрашивать).
Jantje wist het antwoord (Янтье знал ответ; weten – знать):
– Als je alcohol drinkt (если пьешь алкоголь), krijg je nooit last van wormen (/не/ получишь ты никогда неприятностей от червей = никогда не будешь иметь неприятностей от глистов; last – ноша, груз; бремя, обуза, сравните: hij heeft veel last van hoofdpijn – его мучают головные боли)!
De leraar wilde de klas de gevolgen van alcohol laten zien. Hij zette twee glazen op tafel: 'e'en met gewoon water en 'e'en met vijf procent alcohol. In beide glazen gooide hij een worm. De worm in het glas water bleef vrolijk spartelen, die in het glas alcohol bleek na korte tijd dood.
– Wat leert deze proef ons? – vroeg de leraar.
Jantje wist het antwoord:
– Als je alcohol drinkt, krijg je nooit last van wormen!