Нидерландский шутя. 150 анекдотов для начального чтения
Шрифт:
– Zeg, ofwel geef je mij mijn veren terug (эй, или отдавай назад мои перья) ofwel steek je het vuur aan (или же запаливай огонь). Ik bevries van de kou (я замерзаю от холода)!
Een kok plukt een kip en stopt ze in een pan maar vergeet het vuur onder de pan aan te steken. Na een kwartier komt de kip naar de kok gewandeld en zegt boos:
– Zeg, ofwel geef je mij mijn veren terug, ofwel steek je het vuur aan. Ik bevries van de kou!
Twee vlooien
(Две блохи)
Op een avond komen twee vlooien uit een caf'e (в
– Wat doen we (что мы делаем = что будем делать)? Gaan we te voet of nemen we een hond (пойдем пешком или возьмем собаку; te voet – пешком; voet – нога /ступня/)?
Op een avond komen twee vlooien uit een caf'e. Het regent hard, en de ene vlo zegt tegen de andere:
– Wat doen we? Gaan we te voet of nemen we een hond?
Oud genoeg
(Достаточно взрослая)
Het is drie uur in de nacht (три часа ночи).
De schrijver is totaal uitgeput (писатель совсем изнуренный; tot'aal – полностью, совершенно; uitgeput – истощенный, изнуренный; пустой, опустошенный; uitputten – изнурять, истощать, исчерпывать).
– Lieveling (любимый/голубчик), – zegt zijn vrouw, die bezorgd naar zijn werkkamer is gekomen (говорит его жена, которая озабоченная пришла в его рабочий кабинет; bezorgen – заботиться, беспокоиться; zorg – забота) – zou je niet liever naar bed gaan (не пойти ли тебе лучше в постель: «не должен бы ты охотнее в постель пойти»)?
– Dat kan niet, antwoordt de schrijver (не могу: «это не может», отвечает писатель), want de hoofdpersoon (потому что главный персонаж) uit het boek (из книги), een beeldschoon meisje (писаная красавица = красавицу), wordt net op dit ogenblik gewurgd (как раз в этот момент душат: «становится как раз в это мгновение задушенной»; wurgen – душить) en ik kan haar onmogelijk in de greep van die booswicht achterlaten (и я могу ее невозможно в тисках злодея оставить = и я никак не могу ее оставить в тисках злодея).
– Hoe oud is ze (сколько ей лет: «как стара есть она»)?
– Drie"entwintig (двадцать три).
– Doe dan het licht uit en ga slapen (тогда выключи свет и иди спать; uitdoen – снимать, скидывать; гасить, тушить). Dat meisje is toch oud genoeg om op zichzelf te passen (та девушка ведь достаточно взрослая: «взрослая достаточно», чтобы за собой присмотреть; passen – быть внимательным /ор – к/, следить /ор – за/: op de kinderen passen – следить
Het is drie uur in de nacht. De schrijver is totaal uitgeput.
– Lieveling, – zegt zijn vrouw, die bezorgd naar zijn werkkamer is gekomen, – zou je niet liever naar bed gaan?
– Dat kan niet, antwoordt de schrijver, – want de hoofdpersoon, een beeldschoon meisje, wordt net op dit ogenblik gewurgd en ik kan haar onmogelijk in de greep van die booswicht achterlaten.
– Hoe oud is ze?
– Drie"entwintig.
– Doe dan het licht uit en ga slapen. Dat meisje is toch oud genoeg om op zichzelf te passen.
Verstrooid
(Рассеянный)
Dokter: – Hoe komt het dat uw oren verbrand zijn (как получилось, что ваши уши обгоревшие; verbranden – сжигать; сгорать)?
Man: – Wel, ik was aan het strijken (ну, я гладил: «был при глажке»; strijken – гладить /белье/) en opeens ging de telefoon (и внезапно зазвонил телефон; op'eens – вдруг, внезапно). Ik nam toen het strijkijzer op (я поднял тогда утюг/приставил к уху; toen – тогда, в то время; потом, затем: en toen? – а потом?; ijzer – железо; strijkijzer – утюг: «гладильное железо»).
Dokter: – Maar hoe komt het dan dat uw andere oor ook verbrand is (но как тогда получилось, что ваше другое ухо тоже обожжено)?
Man: – Wel, ik wou de dokter bellen (ну, я хотел позвонить доктору).
Dokter: – Hoe komt het dat uw oren verbrand zijn?
Man: – Wel, ik was aan het strijken en opeens ging de telefoon. Ik nam toen het strijkijzer op.
Dokter: – Maar hoe komt het dan dat uw andere oor ook verbrand is?
Man: – Wel, ik wou de dokter bellen.
Technische storing
(Техническая помеха)
De onderwijzer vraagt aan Luk (учитель спрашивает у Люка):
– Waarom heb jij je huiswerk niet gemaakt (почему ты не сделал твое домашнее задание)?
– We hadden een kortsluiting in huis, mijnheer, – antwoordt Luk (у нас дома было короткое замыкание, господин, отвечает Люк)
– En wat heb jij toen gedaan (И что ты тогда делал)?
– Televisie gekeken (телевизор смотрел; kijken – смотреть, глядеть, naar de televisie kijken – смотреть телевизор).
– Zonder stroom (без электричества; stroom – течение, поток; электричество)?
– Nee, we hadden kaarsen in huis (не, у нас были свечи в доме)!
De onderwijzer vraagt aan Luk:
– Waarom heb jij je huiswerk niet gemaakt?
– Wij hadden een kortsluiting in huis, mijnheer, – antwoordt Luk.
– En wat heb je toen gedaan?
– Televisie gekeken!
– Zonder stroom?
– Nee, we hadden kaarsen in huis!