Нидерландский шутя. 150 анекдотов для начального чтения
Шрифт:
– Interessant stukje (интересная статейка)? Vertel: waarover gaat het (расскажи, о чем это/о чем идет речь)?
Jan: – Over een man die zijn vrouw gedood heeft (о мужчине, который убил свою жену; doden – убивать) omdat ze de gewoonte had (потому что она имела привычку) zijn zakken te doorzoeken (обыскивать его карманы).
Karel knikt, maar kan niet goed volgen (Карел кивает, но не может хорошо уследить/понять; volgen – следовать; следить /за
– En wat ga je daar nu mee doen (и что ты с ней собираешься теперь делать)?
– Het in een van mijn zakken steken (это в один из моих карманов вложить/засунуть).
Jan en Karel zitten rustig de krant te lezen. Jan begint ineens een stukje uit de krant te scheuren. Karel vraagt hem:
– Interessant stukje? Vertel: waarover gaat het?
Jan: – Over een man die zijn vrouw gedood heeft omdat ze de gewoonte had zijn zakken te doorzoeken.
Karel knikt, maar kan niet goed volgen waarom Jan het stukje uitknipt.
– En wat ga je daar nu mee doen?
– Het in een van mijn zakken steken.
Onwaarschijnlijke geschiedenis
(Невероятная история)
Een Engelsman en een Amerikaan wedden (англичанин и американец спорят) wie de meest „onwaarschijnlijke” geschiedenis kan vertellen (кто может рассказать наиболее невероятную историю).
De Amerikaan begint (американец начинает; beginnen – начинать; приступать):
– Er was eens een Amerikaanse heer (жил-был один американский джентльмен; heer – господин)…
– Jij hebt gewonnen, – zegt de Engelsman (ты выиграл, говорит англичанин; winnen – выигрывать).
Een Engelsman en een Amerikaan wedden wie de meest „onwaarschijnlijke” geschiedenis kan vertellen.
De Amerikaan begint:
– Er was eens een Amerikaanse heer …
– Jij hebt gewonnen, – zegt de Engelsman.
In de klas
(В классе)
Glimlachend (улыбаясь; glimlachen – улыбаться, усмехаться) tikt de leraar geschiedenis (постукивает учитель истории; tikken – стучать; тикать) op zijn lessenaar (по своему пюпитру) en spreekt de totaal onge"interesseerde klas toe (и говорит совершенно незаинтересованному классу):
– Wanneer de jongelui (если бы молодые люди) op de achterste banken (на задних партах) net zo rustig waren (были столь же спокойны) als de jongelui op de middelste banken (как молодые люди на средних партах) die stripboeken zitten te lezen (которые сидят и читают: «сидят читать» иллюстрированные книжки; strip – полоса, рейка;
Glimlachend tikt de leraar geschiedenis op zijn lessenaar en spreekt de totaal onge"interesseerde klas toe:
– Wanneer de jongelui op de achterste banken net zo rustig waren als de jongelui op de middelste banken, die stripboeken zitten te lezen, zouden de jongelui hier vooraan tenminste ongestoord verder kunnen slapen!
Ali Baba
(Али-Баба)
Er komt een man bij de balie van de belastingdienst (подходит мужчина к стойке в налоговой инспекции; belasting – нагрузка, загрузка; обложение, налог; dienst – служба).
– Ik zou graag Ali willen spreken (я бы хотел поговорить с Али; graag – охотно, с удовольствием).
De medewerker van de belastingdienst zegt (служащий налоговой службы говорит):
– Ali, welke Ali (Али, какой/который Али)?
Waarop de man zegt (на что мужчина говорит):
– Ali-Baba wil ik spreken en snel (с Али-Бабой я хочу говорить, и быстро = срочно)!
De medewerker van de belastingdienst antwoordt korzelig (сотрудник налоговой службы отвечает раздраженно):
– Er werkt hier geen Ali-Baba (здесь не работает никакой Али-Баба).
Waarop de man antwoordt (на что мужчина отвечает):
– Dan wil ik graag 'e'en van de andere veertig rovers spreken (тогда я хотел бы с одним из других сорока разбойников поговорить: «хочу я с удовольствием…»)!
Er komt een man bij de balie van de belastingdienst.
– Ik zou graag Ali willen spreken.
De medewerker van de belastingdienst zegt:
– Ali, welke Ali?
Waarop de man zegt:
– Ali-Baba wil ik spreken en snel!
De medewerker van de belastingdienst antwoordt korzelig:
– Er werkt hier geen Ali-Baba.
Waarop de man antwoordt:
– Dan wil ik graag 'e'en van de andere veertig rovers spreken!
Monniken
(Монахи)
Drie boeddhistische monniken leven teruggetrokken (три монаха-буддиста живут уединенно; terugtrekken – повертывать назад, отступать; уединяться; terug – назад; trekken – тянуть, тащить) op een berg (на горе). Na vier jaar is er eindelijk een van hen die het woord neemt (спустя четыре года один из них, наконец-то, заговорил: «после четырех лет есть, наконец-то, один из них, кто слово берет»):
– Heb je dat mooie zwarte paard gezien (ты видел ту красивую черную лошадь) dat voorbij galoppeerde (что мимо пронеслась галопом)?